Stel, weer een land met een repressief regime. Je bent jong en ambitieus, dus heb je je aangemeld voor overheidsdienst. Na een langdurige en zware selectie ben je uitverkoren om bij de geheime dienst te mogen werken. Je bent blij: goed salaris, interessante vooruitzichten en altijd werk. En altijd op de hoogte van de laatste nieuwtjes!
Nu heb je te maken met dreigende opstanden tegen de machthebber. Je gokt erop dat de opstand het niet gaat redden en ziet kansen op promotie als je nu de juiste dingen doet.
Je bent jong, dus je weet dat veel van je leeftijdsgenoten op Twitter en Facebook zitten. Je hebt het idee dat je daar wat mee kan. Maar hoe pak je dat aan?
Allereerst maak je natuurlijk een paar Facebook-pagina’s aan voor niet-bestaande personen, die je met elkaar laat linken om ze wat geloofwaardigheid te geven. Je plaatst wat foto’s en wordt fan van wat (verboden) schrijvers en mensenrechtenorganisaties. Op de Facebookpagina’s zet je voorzichtig wat kritiek op het regime. Je zet opmerkingen bij anderen op hun “wall”, doet wat vriendenverzoeken bij potentiële opstandelingen en bouwt zo in rustige tijden aan street credibility. Natuurlijk koppel je ook een Twitteraccount aan je Facebook, waarop je in bedekte termen afgeeft op het regime.
Dan barst het los. Overal in het land grote opstanden. Jongeren die via Facebook en Twitter elkaar op de hoogte houden.
Meteen registreer je een website in het buitenland waarop je zoveel mogelijk informatie over de demonstraties gepost. Je linkt ernaar vanuit je Facebook-profiel, je Twitter (met een RT pls erbij) en je vraagt iedereen datzelfde te doen. Vanuit je werk heb je natuurlijk alle inside informatie over de gebeurtenissen. Een klein deel hiervan gebruik je om nog meer bezoekers te trekken. Het lokaas werkt: binnen no-time ben ben je een onmisbare nieuwsbron. Iedereen verzamelt zich op je site. Ook veel buitenlanders en buitenlandse media, maar goed, die filter je wel weer.
Je bouwt razendsnel een provisorisch besloten gedeelte bij je site. Mensen kunnen registreren met hun e-mailadres of Facebookprofiel. Op dat besloten gedeelte kunnen mensen vertrouwelijk informatie delen over waar ze elkaar gaan ontmoeten en wanneer. Om twijfelaars over de streep te trekken, biedt je ingelogde mensen een mogelijkheid om “anoniem” berichten te versturen naar media en familie. Langzaamaan verplaatst de belangrijke informatie zich naar het besloten gedeelte. Nog meer mensen melden zich aan. Je weigert mensen die anoniem proberen te surfen met een VPN– of TOR-verbinding “want je wil voorkomen dat overheidsdiensten infiltreren”.
Het leger grijpt in op straat, de opstand is voorbij. Maar jij, jij hebt een gouden toekomst voor je. Want jij hebt in je eentje alle namen, e-mailadressen, ip-adressen en -via Facebook- allerhande andere persoonlijke informatie verzameld van een groot deel van de opstandelingen. De verantwoordelijken en oproerkraaiers kunnen worden gestraft, de rest zal nooit meer aan de blik van de geheime dienst ontkomen.
Je baas zal trots op je zijn…
(Losjes geïnspireerd op We are all Khaled Said op Facebook en de bijbehorende website – waarvan ik verder geen enkele aanwijzing heb dat het door de Egyptische geheime dienst is gestart.)
Edit: inmiddels heeft de Egyptische overheid hun eigen Facebookpagina gemaakt. Maar dat is nog geen succes.