Ach, internet is toch net zoiets als autorijden?

Als het gaat om het kennisgebrek van mensen op internet, krijg ik geregeld als antwoord: “ach, internet is net als autorijden: je hoeft toch ook niet te weten hoe je motor werkt om te kunnen autorijden?”

Daarom in deze blog een korte vergelijking tussen autorijden en internet.

Eén grote overeenkomst is wat mij betreft de enorme impact die beide technologieën hebben op de maatschappij. En inderdaad: bij allebei is het zo, dat als je weet op welke pedalen/knoppen je moet drukken, je zo de (digitale) snelweg op kunt. Maar of dat verstandig is?

Nog wat meer overeenkomsten:

Als je vergeet je auto goed af te sluiten, kan deze worden gestolen of leeggehaald. Als je je computer niet deugdelijk beveiligt, wordt je computer overgenomen en gebruikt in een botnet. Of je persoonlijke bestanden worden gestolen. Heel vergelijkbaar. Alleen, je auto goed afsluiten is simpel. Je computer afsluiten is een stuk lastiger. Daarbij: wie legt er nu al zijn belastingaangiftes, liefdesbrieven en vakantiefoto’s in zijn auto? Terwijl de meeste computers dit minimaal bevatten. En een kleuter kan al sleutels gebruiken, terwijl het installeren van antivirussoftware, firewalls en software-updates toch iets meer kennis vraagt.

Als je daarentegen de verkeersregels niet kent of situaties niet goed kunt inschatten, rij je zo iemand dood. Op internet leidt gebrek aan inzicht er toe dat je op de verkeerde sites je gegevens achterlaat, virussen oploopt, mensen toegang geeft tot je e-mail of zelfs je bankrekening laat plunderen.

Dus net als met autorijden is het belangrijk om te weten wat je doet op internet, want er liggen risico’s op de loer. En je hoeft inderdaad niet precies te weten hoe een router werkt om te kunnen internetten.

Maar in het verkeer hebben we na een aantal jaar pionieren (en vele ongelukken) besloten om verkeersregels in te stellen. En natuurlijk moeten mensen een rijbewijs halen voor ze de weg op mochten. Met een leeftijdsgrens van 18 jaar! Allemaal om de aanwezige risico’s in te dammen. Maar daar hoor je mensen nou nooit over als ze vinden “dat internet net zoiets is als autorijden.”

De statusbalk als wegwijzer

Met werk als dat van mij, praat ik regelmatig met mensen over hoe zij internet gebruiken. En dan blijkt dat veel mensen niet op de hoogte zijn van één van de handigste snufjes van je browser: de statusbalk of status bar.

De statusbar is die dunne grijzige balk onderin je browserscherm. Als je je muis nu boven een linkje zet zonder erop te klikken (hoveren) zie je waar dat linkje naartoe verwijst. Dat kan een andere internetsite zijn, maar ook bijvoorbeeld een Javascript-commando.

Bij de meeste nieuwe browsers wordt de statusbalk alleen maar zichtbaar als je boven een linkje of knop hangt, bij de oudere browsers is er standaard een grijzige dunne balk in beeld.

En die statusbalk kan hele interessante informatie geven. Zo zie je op het scherm geen verschil tussen www.rabobank.nl en www.rabobank.nl. Maar als je er met je muis boven gaat hangen, zie je opeens dat het toch nogal uitmaakt.*

Vooral criminelen maken vaak gebruik van het gebrek aan kennis van de statusbar. Wie ontvangt er niet regelmatig mailtjes dat je nu toch écht heel snel je internetbankiergegevens moet updaten, met een linkje erbij in het mailtje. Dat linkje ziet er dan zo uit als hierboven, alsof je naar een banksite gaat. Maar eigenlijk verwijst het linkje naar een hele andere site, kun je meteen zien onderin je scherm. Een klassiek phishingmailtje, om persoonlijke gegevens te ontfutselen en je uiteindelijk geld afhandig te maken. Daar hoef je nu nooit meer in te trappen.

Oh, en voor blogs als deze is de statusbar ook heel handig. Zo kun je bij elk linkje snel zien of het een interessante verwijzing is, of gewoon alweer een Wikipedia-pagina met achtergrondinformatie. Zo haal je de krenten uit de pap, zonder tijd te verliezen aan de rest. Superefficiënt.

Dus in het vervolg: kijk eerst waar je naartoe gestuurd wordt, voor je gedachteloos op een linkje klikt!

 

* Zie je geen balk onderin, dan staat waarschijnlijk de statusbar in je browser uit. Is dat het geval, zoek dan bij “Help” bovenin je browser naar het woord statusbalk of status bar en lees hoe je hem aan kunt zetten.

 

De adresbalk

Een nieuwe aflevering in de serie “internetkennis”: Wat zou iedereen van zijn browser moeten snappen of weten?

Laten we beginnen met het invoerveld midden bovenin (of bij de nieuwe Internet Explorer versie wat meer linksboven): de adresbalk (of navigatiewerkbalk bij Firefox). Daar kun je zien waar je je op dat moment bevindt op internet. Om naar een site toe te gaan, type je de naam van de site daar in (bijvoorbeeld www.nu.nl), je drukt op enter en je gaat.

Maar er zijn nog wat bijzonderheden aan de adresbalk. Het belangrijkste is, dat op de adresbalk ook wordt aangegeven of je op een beveiligde verbinding zit. De normale start van een internetadres “http” wordt dan vervangen door “https”. Met de S van Secure (veilig) erachter. Alleen die S zegt niet zoveel. Dat geeft alleen maar aan dat de verbinding beveiligd is, je gegevens worden versleuteld verzonden naar de website. Maar dat zegt nog niets over de ontvanger: misschien stuur je je gegevens wel versleuteld naar een grote crimineel die ermee aan de haal gaat.

Daarvoor hebben ze certificaten bedacht. Een bedrijf kan een certificaat aanvragen om op die manier aan te tonen dat ze echt zijn wie ze zeggen dat ze zijn. Zo kan Google laten zien dat je via https://www.google.com/account/servicelogin echt contact maakt met Google, en niet met een andere site die zich bijvoorbeeld G00gle heeft genoemd (met twee nullen in plaats van de letter o). Door op het slotje te klikken (in Internet Explorer en Chrome) of op de blauwe balk die aan het begin van de adresbalk verschijnt bij Firefox, kun je controleren wat voor certificaat er is verstrekt en aan wie. Zo kun je zelf nalezen of je de beveiligde verbinding vertrouwt. Bij een extra gecontroleerde https-verbinding (zoals die voor telebankieren) wordt de adresbalk (deels) groen. Zo weet je zeker dat je gevoelige informatie met je bank deelt en niet met anderen.

Als je gevoelige informatie moet opsturen (je bankrekeningnummer, creditcardgegevens, password, BSN of wat dan ook) en er verschijnt geen slotje of groene of blauwe balk, dan is het tijd om te gaan oppassen. Dat betekent dat de lijn niet goed beveiligd is en mensen er met je gegevens vandoor kunnen gaan. Geen goed idee om dan je gegevens op te sturen.

Niet alleen geeft de adresbalk aan waar je op dat moment bent op internet, eigenlijk is het het communicatieveld waarmee je communiceert met je browser. Je kunt via de adresbalk opdrachten aan je browser geven. Dat kan zijn: “ga naar deze site” door het intypen van een adres, maar alle browsers hebben de adresbalk ook meteen een soort van snelzoekmachine gemaakt. Door je zoekwoorden in te typen in de adresbalk en op enter te drukken, kom je vervolgens in het resultatenscherm van de door jou ingestelde zoekmachine. In het vervolg dus geen www.google.nl meer intypen in je adresbalk, maar meteen de woorden waarnaar je zoekt. Snel en makkelijk!

Volgende keer nog meer onderdelen van je browser.

Cookies: lekker, of toch niet?

De laatste tijd is er gedoe over cookies, naar aanleiding van een rapport van TNO in opdracht van de Opta. Vandaar dat deze vierde post internetkennis hier over gaat.

Het valt me op dat veel mensen geen idee hebben wat cookies zijn. En als je dat niet weet, dan kan het best lijken alsof sites helderziend zijn. Want hoe kan het anders dat Wehkampreclame op de Telegraaf-site precies die producten laat zien waar ik pas naar heb gezocht bij Wehkamp? Magie! Of dat ik steeds reclame zie voor mobiele telefoons, net toen ik bedacht had dat ik wel een nieuwe wil (en even vergeten ben dat ik al een paar sites hierover heb bezocht). Wonderlijk!

Dat dat een vorm van Online Behavioral Advertising is en komt door een klein bestandje op je eigen computer die bijhoudt wat je allemaal op de Wehkamp-site hebt bekeken, is voor veel mensen een eye-opener. En dat ongeveer elke site die je bezoekt zo’n bestandje (of soms zelfs meerdere) achterlaat op je computer, zodat adverteerders zo specifiek mogelijke advertenties kunnen plaatsen, is al helemaal onbekend bij veel mensen. Het idee dat op die manier allerlei adverteerdersbedrijven hele profielen over jou als surfer opstellen, is voor veel mensen niet prettig. Maar ja, wat kun je eraan doen, als je niet eens weet dat zo werkt?

Daarom zou ik het fijn vinden als iedereen weet wat cookies doen. En hoe je cookies kunt tegengaan. Dat je in je browserinstellingen (in ieder geval bij Firefox) kunt aangeven dat je geen Third Party cookies wil hebben (die vooral het doorgeven van informatie en voor reclame worden gebruikt) en dat je elke keer dat je je browser afsluit alle cookies wil verwijderen. Dat je bij Internet Explorer in je opties bij privacy ook de cookie-instellingen kunt aanpassen (hier heten ze indirecte cookies, die je mogelijk wil blokkeren).

En dan als klap op de vuurpijl: de Flashcookies verwijderen. Deze nestelen zich in animaties die je hebt bekeken, komen op je computer terecht en worden niet standaard verwijderd. Sterker nog, ze kunnen worden gebruikt om door jou verwijderde gewone cookies te herstellen. Heel venijnig! Om deze Flashcookies toch te verwijderen, heeft een Belgische site een mooie handleiding.

Dus als je niet wil dat jouw surfgedrag wordt gebruikt om gericht te adverteren, volg dan de bovenstaande tips. En je bent van een deel verlost. En misschien heeft dit stukje je al verlost van een deel van je naïviteit over online reclame. Want cookies klinken lekker, maar passen wat mij betreft maar met mate in een gebalanceerd internetdieet.

Update: Flashcookies gaan uitsterven!

De browser: venster op de wereld

Een derde post over wat iedereen zou moeten weten over het internet. Na de hardware en de ip-adressen beginnen we nu bij het eerste stukje software: de browser.

Waar ik me over kan verbazen, is dat veel mensen uitgebreid surfen op internet, mailen via bijvoorbeeld Hotmail, internetbankieren, enzovoort, maar nooit hebben nagedacht over hoe dat internet eigenlijk werkt. En die het verschil niet snappen tussen informatie die elders opgeslagen en informatie die op je eigen pc staat. Er zijn daadwerkelijk mensen die internetten, maar niet weten dat ze dat met een browser doen. Ik vind dit persoonlijk absolute basiskennis die iedereen op internet moet hebben.

Allereerst de browser. Om aan te geven dat een browser slechts een stukje software is, dat de informatie van het internet vertaalt in herkenbare pagina’s, lijkt het me wel wat dat mensen kennis maken met verschillende beschikbare browsers. Dus zowel de alternatieven voor de pc, als Firefox, Safari en Chrome (naast Internet Explorer, die de meesten wel zullen kennen), als de mobiele varianten die gebruikt worden op smartphones.

Het is interessant om eens te kijken naar hoe verschillend bepaalde websites eruit zien bij gebruik van een andere browser. De website van nu.nl ziet er bijvoorbeeld op een pc er heel anders uit dan op een Blackberry.

Dit is een leuk opstapje om te vertellen dat websites eigenlijk niet meer zijn dat een verzameling bestandjes op een webserver, die je browser aanroept op jouw commando. Als je browser zo’n webserver aanroept, dan vertelt hij er meteen bij welk besturingssysteem, welke browser en wat voor scherminstellingen je hebt, zodat de webserver de juiste bestandjes kan meesturen om een zo goed mogelijke weergave van die website te krijgen.

Deze informatie wordt in kleine brokjes (pakketjes) naar jouw ip-adres gestuurd, om door je browser weer in elkaar gezet te worden tot een mooie afbeelding op je scherm. De bestandjes worden tijdelijk opgeslagen op je pc, maar verdwijnen (grotendeels) weer als je naar een andere pagina gaat. Hoe je browser dan toch “onthoudt” waar je op internet geweest bent, komt aan de orde bij het hoofdstuk cookies en browser history of internetgeschiedenis.

En natuurlijk komt er ook nog een hoofdstuk over cloud computing en hoe je als gebruiker kunt inzien waar de informatie staat die je op je scherm ziet: het verschil tussen hotmail en de standaard outlook-instellingen.